Introductie

Ik ben Beeldend Kunstenaar. Dat is niet alleen een beroep, maar ook een instelling. Vanuit die instelling heb ik ook aanverwante dingen gedaan, zoals theater-vormgeving en monumentale kunst.
Maar meestal schilder ik, met verf op doek. Omdat ik me het prettigste voel als er zo min mogelijk stappen tussen mij en het resultaat zijn. Het grootste verschil tussen schilderen en veel andere technieken is dat je er ten allen tijde iets aan kunt veranderen. Het schilderij dat ik oorspronkelijk in mijn hoofd had kan er heel anders gaan uitzien gedurende het werkproces. Dat vind ik vooral de grootste winst van het vrije schilderen.

Het Schilderij

Wat is dat eigenlijk, een schilderij? Robert Henri ( Leraar Schilderkunst San Francisco V.S. 1915) noemde het ‘Een Organisatie van Verf op Doek’.
Goed, maar wat voor organisatie? 
Surrealist André Breton schreef dat indrukken van buitenaf in het onderbewuste worden opgeslagen en opnieuw naar buiten komen via Taal, Klanken of Beelden (Surrealistisch Manifest 1924).
Toen men Picasso eens vroeg waarom zijn geschilderde boom niet op een boom leek, antwoordde hij: ‘Omdat het mijn eigen boom is. Een boom die gehoorzaamt aan mijn wetten.’

Een ‘Aanwezigheid’

Mijn schilderijen zijn geen vehikel voor een interpretatie. Ik gebruik ze dus niet om iets te vertellen. Of om de dingen die ik zie te interpreteren. Het zijn in de eerste plaats ‘Dingen’ of onafhankelijke, op zichzelf staande aanwezigheden. Objecten dus, bestaande uit verf op doek dat op een raam is gespannen. Meestal gebeurt er wel iets op die doeken. Ze zijn niet abstract. Omdat ze de weerslag zijn van een heel leven van kijken en niet in het minst komen zij voort uit wat er was vóór mij. Soms zijn ze heel concreet: een huis, een boom, een dier. Maar altijd gehoorzamen ze aan de wetten die ik stel.

Het Grote

Vroeger had ik wel eens moeite met de beperkingen van het schilderij, dat platte vlak, dat vierkant of die rechthoek. Op de academie studeerde ik daarom, behalve de Vrije Schilderkunst, tevens de Monumentale Kunst. Vanuit de behoefte de toeschouwers als het ware met mijn werk te kunnen omvatten. In opdracht van Rijk en Gemeente maakte ik wandschilderingen, mozaieken en beton reliëfs en ontwierp ik projekten waarin ik vanuit mijn beeldend kunstenaarschap de architechtonische ruimte hielp vormgeven.
Vanuit die behoefte begon ik ook steeds meer als vormgever voor theater te werken. De samenwerking met andere theatermakers bood mij de gelegenheid mijn vrije werk met het hunne te integreren. Als scenograaf streefde ik ernaar theaterruimten te creeëren waar de beeldende-dramatische werking van de ruimte tot een maximum was opgevoerd en waar het publiek zo intens mogelijk bij was betrokken.

Het kleine

Nu probeer ik alleen nog maar een ‘Goed Schilderij’ te maken. Een goede ‘Organisatie van verf op doek’. Een schilderij dat gebaseerd is op mijn eigen wetten.Op principes van vorm, kleur en compositie. En wie weet, ontstaat er dan nog iets: dat ‘Onnoembare’.

Niels Hamel