Niels Hamel (22 Augustus 1933 – 14 Januari 2023, Amsterdam NL), telg uit een geslacht van schilders en theatermensen, ontwikkelde zich als schilder gedurende de jaren vijftig van de vorige eeuw. Aanvankelijk nog onder invloed van de Vlaamse expressionisten Permeke, Brusselmans en James Ensor, richtte hij zich daarna meer en meer op de naoorlogse Amerikaanse schilderkunst, met name de action paintings van schilders als Pollock en de Kooning. In Nederland was het vooral de COBrA groep die qua invloed van belang was in zijn ontwikkeling als schilder. Nog te jong en zoekende, nam hij in die jaren geen deel aan de activiteiten van die groep. Onmiskenbaar, echter, is in zijn coloriet en wijze van werken die invloed merkbaar.

Vanaf de jaren zestig concentreerde hij zich op de samenwerking met andere disciplines. In eerste instantie met architectuur, later vooral met theater. In opdracht van Rijk en Gemeente realiseerde hij wandschilderingen, mozaïeken en betonreliëfs. Voorop stond in die samenwerking de behoefte zijn werk als beeldend kunstenaar te integreren met andere disciplines. Vooral in zijn samenwerking met theater trachtte hij die integratie van zijn vormgeving met drama tot in de uiterste consequentie door te voeren.

Bijna veertig jaar lang, van 1957 tot 1996, zou hij naast zijn vrije werk als schilder de vormgeving bepalen van talloze professionele theaterproducties.

Werken van Niels Hamel zijn vertegenwoordigd in nationale en internationale collecties waaronder het Stedelijk Museum te Amsterdam, Het Nederlands Theater Instituut, de Stichting Beeldende Kunst, More College of Art te Philadelphia alsmede in privé collecties.

Hij studeerde van 1952 tot 1956 Vrije en Monumentale schilderkunst aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Daarna werkte hij twee jaar met studiebeurzen van de Franse en Belgische regeringen in Parijs en in Antwerpen.

Niels Hamel was gastdocent aan ‘Artibus’ Utrecht , Hoge School van de Kunsten Utrecht, De Rietveld Academie te Amsterdam en de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam.

Van 1994 tot 1999 was hij artistiek leider van ‘Masters of Art in Scenography’, een samenwerkingsverband van de Hoge School van de Kunsten te Utrecht en het Saint Martins College of Art in Londen.