Agamemnon, Aischylos

Toneelgroep De Appel, 1975. Regie: Erik Vos. Vormgeving: Niels Hamel

“Een zwart geblakerd schip van verschrikking varend door een zee van bloed.”  “Klytemnestra wacht op Agamemnon als een spin in haar web van kleverige draden.” De wereld die voor mij vanwege Erik’s woorden zichtbaar werd, was er een van vreesaanjagende halfgoden die elkaar bestrijden en vermoorden. Vanaf die eerste dag voelde ik dat dit drama zich niet moest afspelen in een serene witte wereld, maar in het zwart en rood van de diepste hartstochten. Agamemnon, besmeurd met het bloed van zijn moordpartijen, zou op zijn beurt vallen onder de met bloed bevlekte handen van Klytemnestra wanneer hij terug keert en omhoog klautert naar het paleis. Hoe?

Natuurlijk via een trap. Iedere Griekse tragedie heeft een trap! Maar het zou geen gewone trap worden. Zeker niet een statige Griekse, maar eerder iets zoals een touwladder waarmee je in een hol klimt. Ik wist ineens wat ik met de ruimte doen moest. Als ik het speelvlak ten opzichte van de schuin oplopende publiekstribune op zijn beurt ook schuin kon laten oplopen, dan kon ik een ruimte creëren die vele malen groter was dan onze vijf meter diepe toneelvloer!